Op dieet? Bij het volgen van een dieet – zoals MMV dat voorstaat – gaat het niet om afvallen, maar om opbouwen. Het is een voedingspatroon waar het lichaam wel bij vaart. Opbouw van het afweersysteem, spieren, conditie, darmwerking, nachtrust en emotionele stabiliteit. Het optimale gewicht volgt meestal vanzelf.
‘U bent wat u eet, maar u moet weer worden wat u at’
Prof. dr. Frits Muskiet, emeritus-hoogleraar Pathofysiologie en Klinische Chemische Analyse
Onze voedingsgewoonten zijn niet altijd gezond
Het Nederlandse voorlichtingsmodel over voeding ‘de Schijf van Vijf’ is een cirkel met vijf productgroepen. In volgorde van waar je dagelijks het meest van zou moeten consumeren, staat op 1: groenten en fruit. Op 2: brood, graanproducten en aardappelen. Op 3: dranken. Op 4: zuivel, noten, vis, vlees, peulvruchten en ei. En op 5: smeer en bereidingsvetten. Bekend is de slogan: ‘Iedere dag 250 gram groente en twee stuks fruit, dan houd je het veel langer uit.’ Uit de laatste Voedselconsumptiepeiling van het RIVM blijkt dat minder dan tien procent van de Nederlanders de aanbevolen hoeveelheden haalt. Over het algemeen eten Nederlanders veel granen – waarschijnlijk door de Nederlandse gewoonte van twee broodmaaltijden per dag – en twee derde van de Nederlanders eet meer vlees dan wordt aanbevolen. Wat ook opvalt is dat een derde deel van de totale hoeveelheid die we eten en drinken zo ongezond is dat deze buiten de Schijf valt. Dit zijn industrieel bewerkte producten vol zout, suiker en de goedkoopste soorten vet.
Gezonde voeding volgens MMV
De MMV hanteert andere richtlijnen. Belangrijkste verschil is de hogere groentenorm: dagelijks 500 tot 800 gram groenten. Voordeel van groenten als hoofdbestanddeel van de maaltijd is dat je vanzelf minder ongezonde producten eet. Verder is de essentie van de MMV-visie om voeding te eten met een zo rijk en gevarieerd mogelijke voedingswaarde: vitaminen, mineralen en sporenelementen. Om die reden verdient biologische voeding, liefst ook nog uit de eigen streek of moestuin, de voorkeur. Daarnaast is het uitgangspunt dat de voeding het lichaam zo min mogelijk moet belasten. Zowel op het gebied van gifstoffen als op het gebied van ontregeling van de bloedglucosespiegel. Want zaken die het lichaam belasten, dragen niet bij aan de gezonde celopbouw.